Belangenverstrengeling

De samenwerking met genees- en hulpmiddelenleveranciers dient tot verbetering van de zorg maar mag niet leiden tot beïnvloeding. Volgens de Federatie Medisch Specialisten horen alle medisch specialisten daarom transparant te zijn over deze samenwerking, zowel binnen de eigen instelling als daarbuiten. Transparantie is ook het uitgangspunt als er sprake is van nevenwerkzaamheden en eventuele neveninkomsten. Het patiëntenbelang dient immers te allen tijde voorop te staan.

Over de vraag wanneer er sprake is van belangenverstrengeling en wanneer openheid geboden is, bestaat nog vaak onduidelijkheid. Wanneer moet ik nascholing bij een leverancier melden? Mag ik betaald worden als ik op een gesponsord congres als spreker optreed? Wanneer moet ik mijn werkgever inlichten over nevenwerkzaamheden? Het antwoord op deze vragen vind je op een speciale webpagina met veelgestelde vragen over belangenverstrengeling en gunstbetoon.

Hieronder vind je een overzicht van andere informatiebronnen die antwoord geven op deze vragen. Je kunt met vragen over begunstiging ook terecht bij het Kennis- en dienstverleningscentrum van de Federatie en de LAD.

Op de website www.hoeblijfikonafhankelijk.nl staat veel informatie over verschillende soorten financiële relaties met genees- en hulpmiddelenleveranciers. Per relatie kan met een beslishulp worden nagegaan of de financiële relatie voldoet aan de normen. De website is ontwikkeld door de Stichting Code Geneesmiddelenreclame (CGR) en de Stichting Gedragscode Medische Hulpmiddelen (GMH) in samenwerking met de KNMG.

Gedragscodes

De wet op medische hulpmiddelen en de geneesmiddelenwet kennen een verbod op gunstbetoon. Dat wil zeggen: het aanbieden van geld, diensten of goederen met het kennelijke doel de verkoop van een medisch hulpmiddel of geneesmiddel te bevorderen. Er zijn op dat verbod echter vier uitzonderingen, onder andere de vergoeding van deelnamekosten voor bijvoorbeeld congressen, productgerelateerde bijeenkomsten en nascholingen. De CGR en GMH hebben belangrijke gedragscodes opgesteld waarmee je kunt nagaan of een concrete financiële relatie en/of samenwerking is toegestaan:

Gedragscode geneesmiddelenreclame 
In de gedragscode geneesmiddelenreclame van de CGR zijn onder meer bepalingen terug te vinden over geneesmiddelenreclame. Daarnaast zijn regels opgenomen over het vergoeden of het voor rekening nemen van reis-, verblijf en deelnamekosten van een bijeenkomst, over het verstrekken van premies, geschenken en andere voordelen, en over eisen die worden gesteld aan bepaalde vormen van onderzoek met geregistreerde geneesmiddelen. 

Gedragscode medische hulpmiddelen 
De gedragsregels van de GMH geven invulling aan een zorgvuldige, transparante en verantwoorde omgang tussen leveranciers van medische hulpmiddelen en de partijen die betrokken zijn bij de besluitvorming over de aanschaf en/of de toepassing daarvan, ongeacht de setting waarin zij werkzaam zijn. 
In samenwerkingsafspraken met Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) is vastgelegd dat de naleving van wettelijke regels en gedragscodes bij de CGR en GMH ligt. 

Gedragscode KNMG
De KNMG-gedragscode bestaat uit vijftien kernregels die voor elke BIG-geregistreerde arts gelden. In kernregel 12 staat expliciet opgenomen dat je als arts belangenverstrengeling voorkomt die de patiënt, of het vertrouwen in de gezondheidszorg kan schaden. 

Gedragscode KNAW
De gedragscode van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW), die mede door de Federatie en de KNMG is opgesteld, bepaalt dat ook deskundigen die deelnemen aan commissies moeten zorgen voor volledige transparantie over hun relaties met het bedrijfsleven. Dit zowel naar de organisaties die de commissies samenstellen als naar de mede-commissieleden. 

De samenwerking met genees- en hulpmiddelenleveranciers dient tot verbetering van de zorg maar mag niet leiden tot beïnvloeding. Volgens de Federatie Medisch Specialisten horen alle medisch specialisten daarom transparant te zijn over deze samenwerking, zowel binnen de eigen instelling als daarbuiten. Transparantie is ook het uitgangspunt als er sprake is van nevenwerkzaamheden en eventuele neveninkomsten. Het patiëntenbelang dient immers te allen tijde voorop te staan.

Over de vraag wanneer er sprake is van belangenverstrengeling en wanneer openheid geboden is, bestaat nog vaak onduidelijkheid. Wanneer moet ik nascholing bij een leverancier melden? Mag ik betaald worden als ik op een gesponsord congres als spreker optreed? Wanneer moet ik mijn werkgever inlichten over nevenwerkzaamheden? Het antwoord op deze vragen vind je op een speciale webpagina met veelgestelde vragen over gunstbetoon en belangenverstrengeling.

Hieronder vind je een overzicht van andere informatiebronnen die antwoord geven op deze vragen. Je kunt met vragen over begunstiging ook terecht bij het Kennis- en dienstverleningscentrum van de Federatie en de LAD.

Op de website www.hoeblijfikonafhankelijk.nl staat veel informatie over verschillende soorten financiële relaties met genees- en hulpmiddelenleveranciers. Per relatie kan met een beslishulp worden nagegaan of de financiële relatie voldoet aan de normen. De website is ontwikkeld door de Stichting Code Geneesmiddelenreclame (CGR) en de Stichting Gedragscode Medische Hulpmiddelen (GMH) in samenwerking met de KNMG.

Gedragscodes

De wet op medische hulpmiddelen en de geneesmiddelenwet kennen een verbod op gunstbetoon. Dat wil zeggen: het aanbieden van geld, diensten of goederen met het kennelijke doel de verkoop van een medisch hulpmiddel of geneesmiddel te bevorderen. Er zijn op dat verbod echter vier uitzonderingen, onder andere de vergoeding van deelnamekosten voor bijvoorbeeld congressen, productgerelateerde bijeenkomsten en nascholingen. De CGR en GMH hebben belangrijke gedragscodes opgesteld waarmee je kunt nagaan of een concrete financiële relatie en/of samenwerking is toegestaan:

Gedragscode geneesmiddelenreclame 
In de gedragscode geneesmiddelenreclame van de CGR zijn onder meer bepalingen terug te vinden over geneesmiddelenreclame. Daarnaast zijn regels opgenomen over het vergoeden of het voor rekening nemen van reis-, verblijf en deelnamekosten van een bijeenkomst, over het verstrekken van premies, geschenken en andere voordelen, en over eisen die worden gesteld aan bepaalde vormen van onderzoek met geregistreerde geneesmiddelen. 

Gedragscode medische hulpmiddelen 
De gedragsregels van de GMH geven invulling aan een zorgvuldige, transparante en verantwoorde omgang tussen leveranciers van medische hulpmiddelen en de partijen die betrokken zijn bij de besluitvorming over de aanschaf en/of de toepassing daarvan, ongeacht de setting waarin zij werkzaam zijn. 
In samenwerkingsafspraken met Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) is vastgelegd dat de naleving van wettelijke regels en gedragscodes bij de CGR en GMH ligt. 

Gedragscode KNMG
De KNMG-gedragscode bestaat uit vijftien kernregels die voor elke BIG-geregistreerde arts gelden. In kernregel 12 staat expliciet opgenomen dat je als arts belangenverstrengeling voorkomt die de patiënt, of het vertrouwen in de gezondheidszorg kan schaden. 

Gedragscode KNAW
De gedragscode van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW), die mede door de Federatie en de KNMG is opgesteld, bepaalt dat ook deskundigen die deelnemen aan commissies moeten zorgen voor volledige transparantie over hun relaties met het bedrijfsleven. Dit zowel naar de organisaties die de commissies samenstellen als naar de mede-commissieleden. 

Externe transparantie: Transparantieregister

De gedragscodes van de CGR en de GMH verplichten tot vermelding van de samenwerking tussen zorgprofessionals en leveranciers in het Transparantieregister Zorg. Alle op geld waardeerbare afspraken die een totaalbedrag van € 500,- per kalenderjaar overstijgen, moeten worden gemeld. Meestal wordt in een contract tussen de leverancier en de zorgaanbieder vastgelegd dat de leverancier deze melding doet. Let wel: je bent als zorgprofessional zelf verantwoordelijk om na te gaan of de melding heeft plaatsgevonden, als de leverancier dit niet heeft gedaan, is het advies dit zelf te doen. 
Melden kan via www.transparantieregister.nl/informatie-voor-zorgaanbieders of direct via deze link (inloggen mijnrgs.nl of DigiD). Klinische trials hoeven niet gemeld te worden in het Transparantieregister. Er wordt een Landelijk Trial Register opgericht waarin deze trials kunnen worden aangemeld, zie ook veelgestelde vragen over belangenverstrengeling. 

Interne transparantie: samenwerkingen melden binnen de eigen instelling

Volgens de GMH moet je niet alleen intern melding maken van samenwerking, maar ook om toestemming vragen zodat er binnen de eigen organisatie zicht is op interacties met leveranciers. De raad van bestuur wil ook zicht op deze samenwerkingen omdat ze volgens de Wet Kwaliteit Klachten en Geschillen in de Zorg verantwoordelijk zijn voor handelingen van de aan de instelling verbonden zorgprofessionals. Het verplicht melden geldt voor alle zorgprofessionals ongeacht of er sprake is van een dienstverband of van vrij beroep. 

Nevenwerkzaamheden en -inkomsten
Afhankelijk van de setting waarin wordt gewerkt, gelden voor het melden van nevenwerkzaamheden andere regels: zie daarvoor je arbeidsvoorwaarden of overeenkomst met het msb. De juristen van ons Kennis- en dienstverleningscentrum raden aan om nevenwerkzaamheden altijd te melden aan je werkgever om discussies achteraf te voorkomen. Een medisch specialist die nevenwerkzaamheden meldt bij het msb, hoeft niet niet alsnog bij de raad van bestuur te doen, mits hierover afspraken zijn gemaakt tussen het msb en de raad van bestuur.

Relevant voor medisch specialisten in dienstverband is de Wet transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden die geldt sinds 1 augustus 2022. Hierin staat dat werkgevers nevenwerkzaamheden niet meer mogen verbieden tenzij de werkgever daarvoor een objectieve rechtvaardigheidsgrond heeft. Bijvoorbeeld als de nevenwerkzaamheden een negatieve impact hebben op je gezondheid en veiligheid, wanneer de vertrouwelijkheid van bedrijfsinformatie in het geding is, er mogelijk sprake is van belangenconflicten, of als je met je nevenwerkzaamheden een wettelijk voorschrift overtreedt. 

Individuele schriftelijke verklaringen

De Federatie raadt besturen van vms, msb, vmsd, stafconventen en medische staven in ggz-instellingen aan om regelmatig intern een uitvraag te doen naar samenwerkingen met leveranciers, maar ook naar (andere) nevenwerkzaamheden en -inkomsten van alle leden, liefst via individuele schriftelijke verklaringen. Het advies is om in deze verklaringen een verplichting op te nemen om  samenwerkingen en nevenwerkzaamheden te melden. Als er nog geen procesafspraken zijn gemaakt met de raad van bestuur, dan raadt de Federatie aan om dit alsnog te doen.

Vragen? Neem contact op met het Kennis- en dienstverleningscentrum van de Federatie en de LAD via 088 – 134 41 12 of info@demedischspecialist.nl