De oogst van vijf jaar zorgevaluatie

Tijdens het eerste online symposium Zorgevaluatie van de Federatie Medisch Specialisten op 13 november stonden ruim 200 medisch specialisten, onderzoekers, zorgverzekeraars, patiëntenverenigingen en andere betrokkenen stil bij de oogst van vijf jaar zorgevaluatie. Dagvoorzitter Jelle Ruurda, chirurg en bestuurslid van de Federatie: ‘Ons doel is dat zorgevaluatie een vanzelfsprekend en geïntegreerd onderdeel wordt van de medisch-specialistische zorg.’

Met zorgevaluatie wordt meer kennis verzameld over welke behandeling of diagnostiek het meest effectief is. Dat is nooit een zwart-wit verhaal. Ruurda licht toe: ‘De optimale behandeling is afhankelijk van de situatie van de unieke patiënt. Zorgevaluatie geeft informatie waarmee we steeds meer zorg op maat kunnen bieden. De afgelopen jaren lag onze focus op het creëren van de juiste randvoorwaarden om deze onderzoeken te kunnen doen. Daarin zijn belangrijke stappen gezet. Zorgevaluatie is opgenomen in het hoofdlijnenakkoord medisch-specialistische zorg, er is subsidie gekomen, en alle benodigde partijen werken binnen het programma Zorgevaluatie & Gepast Gebruik (ZE&GG) samen aan een goede organisatie en financiering van dit onderzoek. Wetenschappelijke verenigingen hebben 300 kennisvragen geprioriteerd en er lopen nu ruim 100 onderzoeken. Daarnaast richten we ons op de uitdagingen die er nog liggen, zoals snellere implementatie van onderzoek, inclusie van patiënten en multidisciplinaire agendering.’

Implementatie

Federatievoorzitter Peter Paul van Benthem blikte met gynaecoloog Ben Willem Mol, een van de ‘founding fathers’ van de zorgevaluatie, terug op het ontstaan van deze beweging en de voorwaarden voor succesvolle implementatie. ‘Onderzoeksvragen moeten uit de praktijk komen en gedragen worden door de dokters op de werkvloer’, stelde Ben Willem Mol. ‘Juist ook de minder spectaculaire aandoeningen waar veel mensen in de dagelijkse praktijk mee te maken hebben moeten worden onderzocht. Ook is het van belang dat zoveel mogelijk instellingen betrokken zijn bij een onderzoek. Dat zorgt voor betere acceptatie van onderzoeksresultaten, wat de implementatie in de praktijk ten goede komt. Zorgevaluatie is nooit af. We moeten continu blijven meten, leren en evalueren.’

Multidisciplinaire samenwerking

Een nieuwe ontwikkeling binnen zorgevaluatie is multidisciplinair agenderen. De huidige COVID-19 pandemie maakt het belang daarvan bij uitstek zichtbaar, zo ondervond anesthesioloog Meta van der Woude toen zij zelf COVID-19 patiënt was. ‘Samenwerking tussen disciplines bij COVID-zorg is stimulerend en verruimend voor iedereen, maar ook een absolute noodzaak. Niet alleen om onnodige doublures te voorkomen in onderzoeken die worden afgenomen bij ex-COVID patiënten, maar ook bij het oppakken van onderzoeksvragen.’
Dit laatste werd beaamd door internist Majon Muller, voorzitter van de COVID-19 wetenschapscommissie die momenteel de eerste multidisciplinaire COVID-19 kennisagenda ontwikkelt. ‘Het is een complex ziektebeeld waar veel disciplines bij betrokken zijn. Studies schoten als paddenstoelen uit de grond. Vanuit onze wetenschapscommissie willen wij mensen met elkaar verbinden, wetenschappers ondersteunen en kennishiaten in beeld brengen.’
Hoe je vervolgens komt tot een goede multidisciplinaire kennisagenda, werd door Rudolf Poolman (hoogleraar Zorgevaluatie) door middel van stellingen uitgevraagd aan de deelnemers. Tot slot gingen neuroloog Esther Verstraete en dagvoorzitter Jelle Ruurda met elkaar in discussie over stellingen en vragen uit het publiek.

Het ministerie van VWS, Patiëntenfederatie Nederland, Zorgverzekeraars Nederland en de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen sloten het symposium af met een videoboodschap waarin zij antwoord gaven op de vraag: hoe draagt uw organisatie bij aan ‘een goede oogst?’ Bekijk de videoboodschap

Terugkijken

In verband met COVID-19 was het symposium dit jaar online, in de vorm van een interactieve livestream met video’s, stellingen en interviews. Kijk het hele symposium terug (beschikbaar voor medisch specialisten en wetenschappelijke verenigingen).