Centraal Tuchtcollege introduceert regiebehandelaar

Het Centraal Tuchtcollege (CTG) heeft de vaste rechtspraak over de taken en verantwoordelijkheden van verschillende zorgverleners bij de behandeling van één patiënt herzien. Er wordt niet langer meer gesproken over hoofdbehandelaar, maar over regiebehandelaar. Protocollen in ziekenhuizen moeten op dit punt worden aangepast.

Als er twee of meer zorgverleners betrokken zijn bij de behandeling van één patiënt, is het uitgangspunt dat elke zorgverlener een eigen professionele verantwoordelijkheid heeft en houdt jegens die patiënt. Als de aard en/of complexiteit van de behandeling dat nodig maakt, dragen deze zorgverleners er steeds zorg voor dat zij één van hen als regiebehandelaar aanwijzen. Volgens het CTG ziet de regiebehandelaar ziet er in ieder geval op toe, dat:

  • de continuïteit en de samenhang van de zorgverlening aan de patiënt wordt bewaakt en dat waar nodig een aanpassing van de gezamenlijke behandeling in gang wordt gezet;
  • er een adequate informatie-uitwisseling en voldoende overleg is tussen de bij de behandeling van de patiënt betrokken zorgverleners;
  • er één aanspreekpunt voor de patiënt is voor het tijdig beantwoorden van vragen over de behandeling. De regiebehandelaar hoeft niet zelf het aanspreekpunt te zijn en alle vragen te kunnen beantwoorden, maar moet hij of zij moet wel de weg naar de antwoorden weten te vinden.

Aanleiding

Aanleiding voor de uitspraak was een zaak tegen een gynaecoloog, aangespannen door de ouders van een dochtertje dat tien dagen na de geboorte was overleden. Naast deze klacht, dienden de ouders ook klachten in tegen twee andere gynaecologen en een kinderarts. Het Regionaal Tuchtcollege (RTG) verklaarde de klacht deels gegrond en legde aan de gynaecoloog een waarschuwing op. Zowel klager als aangeklaagde zijn hiertegen in beroep gegaan. Klagers hebben onder andere beroep aangetekend tegen het oordeel van het RTG waarin werd aangegeven dat verschillende klachtonderdelen feitelijke grondslag misten omdat deze de betreffende gynaecoloog niet rechtstreeks en ook niet in zijn hoedanigheid van hoofdbehandelaar troffen. Naar aanleiding hiervan heeft het CTG de vaste rechtspraak over de taken en verantwoordelijkheden van verschillende zorgverleners bij de behandeling van één patiënt geherformuleerd.
 
De KNMG onderzoekt momenteel op welke wijze de ‘Handreiking Verantwoordelijkheidsverdeling bij samenwerking in de zorg’ uit 2010 moet worden aangepast.