‘Begin klein met initiatieven uit de praktijk’

In Het Van Weel-Bethesda Ziekenhuis kiezen medisch specialisten en huisartsen gezamenlijk voor de geleidelijke weg bij het invoeren van de juiste zorg op de juiste plek. ‘We willen met kleinschalige projecten uitvinden wat werkt, en succesvolle initiatieven verder uitrollen. Zo behouden we het enthousiasme en de energie’, zegt Iris van Groeningen, internist en voorzitter MSB Zuid-Hollandse Eilanden.

Gedurende een klein jaar zag internist Van Groeningen in het kader van de pilot anderhalvelijnszorg regelmatig patiënten bij een huisartsenpraktijk in Oude-Tonge. ‘Dat liep aanvankelijk heel goed’, vertelt ze. Ik merkte dat er in deze setting andersoortige vragen op tafel kwamen, ik had een ander gesprek met patiënten dan op de polikliniek. Na het consult deelde ik mijn bevindingen met de huisarts. In het merendeel van de gevallen was het dan niet meer nodig de patiënt naar de tweedelijn te verwijzen. Uiteraard is een goede selectie van patiënten wel van belang.’
Gedurende de pilot betaalde de zorgverzekeraar de internisten, maar na afloop ervan liep de financiering via de huisartsen. ‘We hebben de anderhalvelijns-samenwerking geprobeerd voort te zetten als buitenpolikliniek’, vervolgt Van Groeningen. Maar in plaats van een anderhalvelijnspoli werd het nu een echte polikliniek. Dat was jammer. Het doel was patiënten juist uit de tweedelijn te houden. Het was gewoon niet effectief meer, dus we zijn ermee gestopt.’

Deze ervaring is een belangrijke les geweest voor het verder introduceren van de juiste zorg op de juiste plek, vindt Van Groeningen. ‘We weten nu hoe belangrijk het is om samenwerking met de eerstelijn vooraf organisatorisch én financieel goed te regelen. En ja, dat kost veel tijd en energie. Maar dat is beter dan de energie die het kost omdat het niet lekker loopt.’

Geen topdown-benadering

Begin dit jaar initieerde het MSB Zuid-Hollandse Eilanden (waarin de vrijgevestigde medisch specialisten van Het Van Weel-Bethesda Ziekenhuis en een deel van die uit Spijkenisse Medisch Centrum, verenigd zijn) gesprekken met de medische staf, het ziekenhuis en de huisartsengroep om handen en voeten te geven aan de samenwerking in het kader van de juiste zorg op de juiste plek. Van Groeningen: ‘De staf is hier enthousiast over maar we willen geen top-downbenadering. Wij zijn voorstander van klein beginnen, met initiatieven vanuit de praktijk.’ Inmiddels werken de cardiologen samen met huisartsen aan het op afstand beoordelen van hart-echo’s en holter-ECG’s, en hebben meerdere vakgroepen meedenkconsulten opgezet met de huisartsen. ‘Die meedenkconsulten gaan we binnenkort ziekenhuisbreed uitrollen’, zegt Van Groeningen. ‘Voor de patiënten in ons uitgestrekte werkgebied is dat prettig: zij kunnen de zorg dicht bij huis via de huisarts krijgen en hoeven minder vaak naar het ziekenhuis te reizen. Als het nodig is worden zij uiteraard alsnog naar het ziekenhuis verwezen, waarbij we ook steeds vaker gebruikmaken van bel- en videoconsulten.’

Samen uitvinden

De huisartsen in de regio zijn positief over de samenwerking rondom de juiste zorg op de juiste plek. ‘Ook zij willen graag via kleinschalige projecten uitvinden wat werkt’, vertelt Van Groeningen. ‘Het gaat er niet om dat je patiënten bij elkaar ‘over de schutting gooit’ maar onderzoekt welke zorg waar het best gegeven kan worden. We willen een toekomstbestendige situatie waarbij we samen met de huisartsen kijken welke zorg we anders kunnen organiseren en hoe we dat het beste kunnen doen. Bij de huisarts, in het ziekenhuis of in een bepaalde constructie daar tussenin.’

Interessant in dit verband is de samenwerking tussen de SEH van Het Van Weel-Bethesda Ziekenhuis en de HAP. Van Groeningen: ‘In de nacht doen onze arts-assistenten van de SEH de triage. Patiënten die niet naar de SEH hoeven maar wel medische hulp behoeven, bespreken zij met de huisarts. Zo kun je aardig wat mensen buiten de tweede lijn houden. Een andere mooie ontwikkeling is dat mensen met klein letsel doordeweeks via de huisarts een röntgenfoto kunnen laten maken en bij een botbreuk gelijk doorgaan naar de gipskamer. Ze hoeven niet meer langs de SEH. Dat scheelt de patiënt veel tijd en het scheelt zorgkosten.’

Externe partij

Om de juiste zorg op de juiste plek te implementeren in de medisch-specialistische praktijk is het MSB in gesprek met een externe partij. Een bewuste keuze, volgens Van Groeningen. ‘Deze partij heeft vaker met dit bijltje gehakt. Ze kennen de obstakels en kunnen daarop anticiperen. Zelf zouden wij te veel bezig zijn met het wiel uitvinden. Zij zijn goed in staat om het enthousiasme bij de vakgroepen te benutten voor concrete stappen. Bovendien beschikken ze over de juiste kennis en tools om de korte- en langetermijneffecten van verschillende opties inzichtelijk te maken. Die ervaring komt goed van pas in het overleg met de zorgverzekeraars.’ Van Groeningen merkt dat zorgverzekeraars nog terughoudend zijn om met financiering over de brug te komen, en benadrukt dat dat wél noodzakelijk is. ‘Van onze kant steken we er ook geld, tijd en energie in, maar het kan niet de bedoeling zijn dat we fors inkomen moet inleveren omdat we onze expertise buiten het ziekenhuis inzetten. Om de zorg te verbeteren én op de lange termijn kosten te kunnen besparen, moet je nu eenmaal op de korte termijn investeringen doen.’

Lees meer interviews, bekijk video's en andere voorbeelden