Twee medisch specialisten beantwoorden dezelfde vragen

DOSSIER: INTEGRAAL ZORGAKKOORD

‘Aandacht voor de kwetsbare multimorbide patiënt’

Esther Cornegé, voorzitter van de Nederlandse ­Vereniging voor Klinische Geriatrie (NVKG) en als klinisch geriater werkzaam in het Jeroen Bosch Ziekenhuis

Hoe heb je je achterban betrokken bij de voortgang, en hoe kijk je daarop terug?
‘Leden wisten dat we bezig waren met het Integraal Zorgakkoord (IZA), maar inhoudelijk konden we niets delen. Wij kregen op twee momenten de gelegenheid om input te geven. De eerste keer binnen 24 uur en later hadden we 72 uur – van vrijdag tot maandag. Het ging bovendien om vertrouwelijke stukken. Afstemmen met alle leden ging dus helaas niet, dat deed ik alleen binnen het bestuur. Maar zodra het akkoord er lag, heb ik in een mail met een uitgebreide uitleg de leden op de hoogte gebracht. Daar kreeg ik spontaan heel positieve reacties op, met complimenten voor de aanpak en de inhoud.’

Welk aspect van het akkoord is goed nieuws voor jouw vakgenoten?
‘De nadruk op passende zorg, samen beslissen en ook advanced care-planning. Wij doen dat al, wij zijn als klinisch geriaters al gewend om met de patiënt af te stemmen tot hoever we met een behandeling gaan. Het is goed als die benadering ook vanzelfsprekender wordt wanneer een oudere patiënt op een andere afdeling of op de eerste hulp belandt.’

Wat vergt het van je vakgenoten om dat te laten slagen?
‘Wij willen betrokken worden bij de afwegingen wat passende zorg is. En door de vergrijzing zullen daarnaast meer geriaters nodig zijn om de kwetsbare oudere patiënten van goede passende zorg te blijven voorzien. Eigenlijk vergt het dus simpelweg extra werk. Nu ben ik op zich niet bang voor een grote uitdaging, maar ik maak me wel zorgen om de werkdruk.’

Wat vergt het van andere partijen?
‘Om de ziekenhuizen te ontlasten is betere samenwerking in de keten nodig, en ondersteuning daarbij. Je merkt dat het goed werkt op een plek waar je zaken kunt doen met één grote verpleeghuis- en thuiszorgorganisatie. In mijn regio moet ik soms wel zeven instellingen langs als ik een bed voor een patiënt zoek.’

Wat baart je zorgen in het akkoord en waarom?
‘Ten eerste de nadruk op ict-oplossingen. Digitalisering is voor onze populatie naar mijn idee geen oplossing. Ik ken nog geen e-tools waarvan is aangetoond dat ze kosteneffectief zijn, en ik ben in de praktijk net zoveel tijd kwijt met een digitaal consult. En ten tweede de focus op concentratie van zorg. Het moet niet zo zijn dat een oudere met multimorbiditeit straks voor elke aandoening ergens anders heen moet.’ 

Wat zijn nu de uitdagingen voor de wetenschappelijke vereniging?
‘Het IZA is niet dichtgetimmerd. Wij blijven aandacht vragen voor de kwetsbare multimorbide patiënt en wijzen op diens belangen, zoals de bereikbaarheid van de zorg. Voor veel ziekten is er een patiëntenvereniging, maar niet voor multimorbiditeit. Wij voelen ons mede daardoor enorm verantwoordelijk voor de kwetsbare oudere, die vaak niet voor zichzelf kan opkomen.’
 

Afbeelding van het magazine

‘Wie neemt de regie bij regionale samenwerking?’

Anouk Giesberts, secretaris Nederlandse Orthopaedische ­Vereniging (NOV) en als orthopedisch chirurg werkzaam in het Máxima MC

Hoe heb je je achterban betrokken bij de voortgang, en hoe kijk je daarop terug?
‘Het bestuur kreeg onder embargo een conceptversie van het akkoord. Er viel dus niet veel te delen met de achterban. De reactietijd was bovendien erg kort, een ledenraadpleging zou niet haalbaar geweest zijn.’

Welk aspect van het IZA is goed nieuws voor jouw vakgenoten?
‘Het belang van de patiënt is geborgd en er is een duidelijke aanzet om meer te gaan samenwerken op regioniveau. Met het strategische plan had de NOV die beweging al ingezet. Er is een beweegalliantie die zich onder meer richt op preventie, met diverse beweegzorgspecialismen.’

Wat vergt het van je vakgenoten om dat te laten slagen?
‘Draagvlak voor passende zorg vergt dat medisch specialisten hun passie kunnen volgen. De een wil alleen werken in het ziekenhuis, de ander zoekt een maatschappelijke rol of wil meedenken met de eerstelijns- en anderhalvelijnszorg. Die ruimte moet er zijn. En als je de samenwerking aangaat, wil je ook makkelijk in gesprek kunnen met relevante collega’s elders. Mijn advies aan vakgroep-voorzitters: sluit eens aan bij het voorzittersoverleg dat de NOV organiseert. Daar leer je nuttige gesprekspartners in jouw regio kennen. Daarnaast zou er meer aandacht voor management en teamwork in de opleidingen moeten komen; de toekomst vergt veel competenties op het gebied van samenwerken. En: als we actiever met de eerste en anderhalve lijn meedenken, krijgen we meer invloed op de instroom in de ziekenhuizen, dus op de drukte.’

Wat vergt het van andere partijen?
‘Instellingsbesturen moeten echt openstaan voor een nadrukkelijker verdeling: hoog­complexe zorg in academische centra, complexe zorg in topklinische ziekenhuizen en basale en laagcomplexe zorg in perifere ziekenhuizen en zbc’s.’

Wat baart je zorgen in het akkoord en waarom?
‘Er is geen goed financieringsmodel voor die herindeling in de regio. Van zorgverzekeraars kun je geen primaire focus op kwaliteit verwachten en ziekenhuizen gaan lang niet altijd mee in de onderlinge verdeling van zorg omdat dat betekent dat budgetten verschuiven; die willen houden wat ze hebben. Medisch specialisten hebben geen invloed op die patstelling. De vraag is hierdoor altijd weer bij regionale samenwerking: wie neemt de regie?’

Wat zijn nu de uitdagingen voor de wetenschappelijke vereniging?
‘We blijven regionale samenwerking stimuleren. En er ligt meer op ons bordje. Bij de stapsgewijze opschaling van zorg aan het eind van de tweede coronagolf kregen wij van de minister te horen: de knieën en heupen kunnen wel even wachten. Dat gaf een behoorlijke knauw omdat orthopeden voor veel meer staan: we brengen mensen in beweging, wat cruciaal is voor een gezonde leefstijl. Die rol moeten we nadrukkelijk over de bühne brengen. Daarnaast is recent veel zorg in de zbc’s terechtgekomen, wat voor een andere patiëntenverdeling heeft gezorgd. Je kunt je daarover zorgen maken, maar ik zie dat als een kans om verder te praten over passende verdeling van medische zorg.’

 

Download het dossier als pdf

Lees meer artikelen uit dit dossier